Roosmarijn Beckers volhardde in de boosheid…euh, of beter: de uitgebreidheid. Alweer ruim twee A4’s aan ingediende vraag om uitleg. Elisabeth Meuleman had zich wat meer kunnen beheersen. Hun vragen stonden oorspronkelijk op 21 april 2022 geagendeerd, maar werden nu pas behandeld. Op 24 maart 2022 hadden we in de leersteunhoorzitting van die dag al CLB-directeur Stefan Grielens gehoord, naar wie ook nu verwezen werd. En op 27 april 2022 hadden we in de plenaire vergadering al erg verwante actuele vragen gehad en we kregen ook nu dan ook weer heel wat herhaling, zij het dat nu ook wel de insteek “structurele CLB-financiering” aan bod kwam. Aanleiding tot de vragen was het gemeenschappelijke CLB-jaarverslag voor het schooljaar 2020-2021. Heel wat cijfers passeerden de revue, met name over de toename van psychische problemen bij kinderen en jongeren, met de steeds weerkerende vragen over de remedies van minister Weyts, over de financiering, over de professionalisering van leraren in dit verband, over preventie.
Minister Weyts beoordeelde de cijfers als verontrustend, maar niet onverwacht. Dat was het vertrekpunt om in het eerste deel van zijn antwoord de intussen bekende informatie nog maar eens te herhalen. Over een eventuele wijziging in de structurele CLB-financiering dan: de evaluatie van het huidige omkaderingssysteem zou er, wegens corona, pas komen in 2023, maar hij ging er toch al vanuit dat hij al heel wat financiële impulsen gegeven had. Het probleem was eerder: voldoende (para)medisch personeel vinden om die middelen in te vullen.
Hoe zat het met de achterstand in het reguliere CLB-werk, wilde vragensteller Beckers bijkomend weten. Vragensteller Meuleman hamerde duidelijk veel meer op het minder goede nieuws over de structurele CLB-financiering. Zij sprak daarnaast van interne „schoolbegeleiders“ (nu gecreëerd uit de lerarenuren), maar ik had zo’n klein vermoeden dat ze eigenlijk „leerlingenbegeleiders“ bedoelde, maar goed. Was de minister bereid om zo’n apart ambt te bekijken en te financieren?
Van de drie interveniënten onthield ik vooral inderdaad de positieve waardering, over de partijgrenzen heen, van het vele CLB-werk (Loes Vandromme). Het was in het verleden soms wel anders… En ook de vraag of die ruim 300 extra fte’s voor de CLB’s (ook regelmatig vermeld de voorbije maanden) nu recurrent waren of niet (Kathleen Krekels).
Minister Weyts antwoordde, volgens mij, naast de kwestie, wat de vraag van Meuleman over (interne) schoolbegeleiders betrof en antwoordde niet op de vraag van Krekels. Dus ook ik bleef wat in het ongewisse over dat al of niet recurrente karakter van die middelen.
Het „slotwoord“ van vragensteller Beckers was écht geen slotwoord meer. Vragensteller Meuleman ten slotte drong eropaan om de evaluatie van het omkaderingssysteem alsnog te vervroegen.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de toename van mentale problemen bij kinderen en jongeren, die blijkt uit het jaarverslag van de CLB-sector van Roosmarijn Beckers en over het jaarverslag van de centra voor leerlingenbegeleiding en de toename van psychische problemen bij kinderen en jongeren van Elisabeth Meuleman” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen