Op 31 maart 2022 had Loes Vandromme al een verwante vraag om uitleg gesteld. De dag vóór deze commissievergadering was een ontwerpdecreet over buitenschoolse opvang aangenomen door de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. Vragensteller Roosmarijn Beckers gebruikte de bevraging van Katholiek Onderwijs Vlaanderen als uitgangspunt voor haar atypisch korte vraag om uitleg: wel een belangrijke financiële en personeelskwestie. Welke initiatieven zou minister Weyts nemen? Vragensteller Steve Vandenberghe vroeg hetzelfde.
Buitenschoolse opvang was een bevoegdheid van Welzijn, zo zei minister Weyts. Juridisch perfect juist, maar de “gewone realiteit” was toch wat complexer. Hij schetste dat organisatorische probleem en had er begrip voor.
Maar de minister was het niet eens met dit zinnetje uit het persbericht van Katholiek Onderwijs Vlaanderen: “De nood aan middelen voor het organiseren van opvang is een gedeelde verantwoordelijkheid voor onderwijs en welzijn.” De minister deed daarvoor, zo meende ik te begrijpen, een beroep op een VLOR-advies bij een decretale tekst van eind vorige legislatuur, waarin stond dat middagtoezicht niet tot de opdracht van de scholen behoort. Eigenlijk toch wel wat vreemd: toen was er alleen een echt VLOR-advies bij de initiële conceptnota over het thema, en toen het voorstel van decreet voorlag, uitte de VLOR daarover zijn bezorgdheid in een brief (één aan toenmalig minister Hilde Crevits en één aan toenmalig minister Jo Vandeurzen), die in de nomenclatuur van de VLOR weliswaar gevat werden als “advies op eigen initiatief”. In het VLOR-advies bij het nieuwe voorontwerpdecreet over de zaak (deze legislatuur) staat dan weer wél: “De organisatie van middagopvang blijft een knelpunt (nwvr: mijn cursivering). Het decreet biedt daarvoor geen oplossing. Het decreet sluit weliswaar niet uit dat een lokaal bestuur de organisatie van het middagtoezicht meeneemt in zijn regierol, maar het koppelt er geen subsidies aan. Het decreet impliceert op die manier dat middagtoezicht tot de opdracht van de school behoort (nwvr: mijn cursivering). Dat is in strijd met de onderwijsregelgeving.” Vermoedelijk bedoelde minister Weyts dus dat meer recente VLOR-advies.
Juridisch, in de huidige regelgeving, had de minister gelijk over de bevoegdheidsverdeling, maar hij leek mij de veel ruimere zienswijze van de VLOR (met de wens om dit thema transversaal te bekijken) te ‘vergeten’. Het bewuste zinnetje in de communicatie van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, dat hij bekritiseerde, leek mij een uitdrukking van diezelfde VLOR-opstelling, zeker wat de feitelijke situatie (toch per definitie op de school zelf) van het middagtoezicht betrof. De minister zag een en ander qua bevoegdheid dus anders, maar beschreef wel de bestaande mogelijkheden via de bijdrageregeling enz. En vooral legde hij de link naar de lokale besturen en het zgn. flankerende onderwijsbeleid, maar dat bestond natuurlijk niet in álle gemeenten zoals dat in zijn eigen gemeente bestond, dacht ik bij mezelf. De minister wilde wel bekijken hoe de (moeilijke) opvangjobs zelf aantrekkelijker konden worden gemaakt, want nu waren die mensen inderdaad moeilijk te vinden. Maar budgettaire verantwoordelijkheid wilde hij zeker niet overnemen.
Wat nog volgde, waren soms heel concrete zaken rond die middagopvang, met specifieke details uit het werkelijke schoolleven gegrepen en allerlei diverse praktijken, naargelang van de eigen mogelijkheden van scholen en lokale besturen, die rond opvang en middagmalen bestonden. Er was nood aan duidelijkheid. Tot slot was er ook de vraag naar de heropstart van de werkgroep MVD-personeel (cf. vorige legislatuur), waarnaar verwezen werd in de nieuwe cao XII, om het daar te hebben over die opvang. Minister Weyts antwoordde op die concrete vraag niet.
Lees de bespreking van de “Vraag om uitleg over de organisatie van de opvang in het onderwijs en het tekort aan helpende handen van Roosmarijn Beckers en over de organisatie van de buitenschoolse opvang van Steve Vandenberghe” aan minister Ben Weyts.
Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen