4 maart 2021 – Vlaams Leesoffensief 2021-2025

Vervolgens nog eens lezen, maar dan de beleidsinvalshoek, met name: de gezamenlijke beleidsnota “Het Leesoffensief” van de ministers van Onderwijs en van Cultuur, die als mededeling op de Vlaamse regering kwam op 18 december 2020. Vragensteller Annabel Tavernier vermeldde eerst nog enkele andere maatregelen van minister Weyts in dit verband (cf. ook de voorafgaande vraag over lezen van Jan Laeremans). Vervolgens wees ze op de bewuste beleidsnota, een geïntegreerd actieplan vanuit Onderwijs en Cultuur om zowel binnen als buiten de schoolmuren de problematische situatie te keren op het vlak van leesvaardigheid en -plezier. Ze stelde daarover een hele reeks vragen: over een tussentijdse stand van zaken, over de samenstelling van de stuurgroep (met daarbij aandacht voor de onderwijsverstrekkers, de pedagogische begeleidingsdiensten en de jongeren), enz. Vragensteller Loes Vandromme belichtte vervolgens de beleidsnota nog wat omstandiger (met de zes actieterreinen en de structuren voor de organisatie ervan). Zij wist al wel dat de onderwijsverstrekkers niet in de stuurgroep zaten (cf. een van de vragen van Tavernier) en dat de pedagogische begeleidingsdiensten zelfs niet vermeld werden in de beleidsnota. Hoe zat dat en wat met de relatie tussen de ontwikkeling van de visie op lezen en de ontwikkelingen rond de eindtermen basisonderwijs en de rol van de leerplanmakers? Ietwat pittigere vragen dus, over nochtans hetzelfde onderwerp. Niet ongebruikelijk in coalitiemeerderheden …

Het project zat op schema, aldus minister Weyts, met de werkzaamheden van de kerngroep en de stuurgroep. De bedoeling was om eind mei een actieplan af te leveren en daarmee naar de Vlaamse regering te trekken. De minister zei er wel niet bij om mei van welk jaar het ging, maar vermoedelijk bedoelde hij toch “2021”. Blijkbaar waren de pedagogische begeleidingsdiensten wel rechtstreeks betrokken en via hen dan ook de onderwijsverstrekkers, ondanks dat ze niet in de beleidsnota vermeld werden, zoals vragensteller Vandromme terecht vastgesteld had. Oké dus. Het Leesoffensief was de beleidsmatige, Vlaamse vertaling op concrete doelstellingen en acties van het eerdere Taalunie-advies. Er was daarbij heel wat uitwisseling tussen Vlaanderen en Nederland. De minister stipte voorts de samenwerking tussen Onderwijs en Cultuur aan. Het doel was finaal een doorlopend leesbeleid op te zetten, een leeslijn, wat veel meer was dan een opeenvolging van projecten, vergelijkbaar met het STEM-actieplan, aldus nog minister Weyts.

Wat volgde, was een (te) lange uitleg van vragensteller Tavernier, met zelfs een aantal vragen (cf. actieterrein 5 i.v.m. digitalisering) waarop de minister nadien heel terecht zei dat de antwoorden in het actieplan zelf zouden zitten. Zou er naast Cultuur ook nog met andere beleidsdomeinen (Jeugd, Gelijke Kansen) samengewerkt worden? Vragensteller Vandromme hield haar repliek een stuk korter: ze beaamde een en ander, maar vroeg nog hoe de kloof tussen onderwijsonderzoek rond leesbevordering en leesbevordering in de praktijk gedicht kon worden. Interveniënt Jean-Jacques De Gucht herinnerde, zonder bijvraag, vooral aan soortgelijke acties vorige legislatuur (lees: toen zijn partij de minister van Cultuur leverde).

Minister Weyts vatte, met verwijzing naar de eerdere coronaleesviruscampagne, nog eens goed zijn doelstelling samen: laagdrempelig en pragmatisch proberen om het bereik en de attractiviteit van het lezen te verruimen. In plaats van een kort slotwoord ging vragensteller Tavernier aan het eind nog op haar elan door van actieterrein 5 naar actieterrein 2 (vaardigheden van leraren en leesbeleid). Vragensteller Vandromme ten slotte eindigde met de uitdaging van al haar collega’s om hun favoriete jeugdboek voor te stellen en zo het leesvirus alvast zelf mee te verspreiden. Voorzitter Grosemans pikte er meteen op in met haar Band of Brothers. Ik ben benieuwd.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio