Vanuit onze christelijke mensvisie erkennen en waarderen we elke mens als een unieke persoon met eigen mogelijkheden en beperkingen, een eigen geschiedenis en persoonlijkheid. Tegelijk wordt iemand ook maar voluit mens dankzij en in verbondenheid met zichzelf, de andere, de wereld, de Andere. Menszijn is wezenlijk relationeel. Verbondenheid doet veranderen: elke mens wordt uitgenodigd en uitgedaagd om hier en nu, geworteld in het verleden, in relatie met anderen, gedragen door de Andere en met de hoop op de toekomst uit te groeien tot een uniek persoon.
Je krijgt acht wegwijzers naar vorming in een katholieke dialoogschool aangereikt. Hoe inspireren ze je in de praktijk tot denken, doen en zijn in dialoog?
Deze inspiratiefiche geeft enkele aanknopingspunten en voorbeelden als opstap.
Je bedenkt er zelf zeker nog vele andere …
Je kunt het thema benaderen vanuit de drie invalshoeken van de identiteitsdriehoek: je persoonlijke identiteit, je professionele identiteit en de identiteit van je school.
Het is ook verweven met het leerplan Zill voor het basisonderwijs en het gemeenschappelijk funderend leerplan voor het secundair onderwijs.
Samen vertolken de wegwijzers hoe een katholieke dialoogschool naar vorming kijkt.
Uniciteit in verbondenheid is een van de wegijzers naar een pedagogie van de hoop. Met dit filmpje kun je daarnaar de weg wijzen in je school.
Ieder mens groeit via relaties met medemensen en met de wereld. In dialoog met de ander, in het raken en het zich geraakt weten, in het uitgedaagd en opgeroepen worden, in het graag zien en het zich bemind weten, in het gekwetst worden en het troosten. In die verbondenheid met de ander groeit elk mens uit tot een unieke en verantwoordelijke persoon. Ieder is en voelt zich op een unieke wijze gesitueerd in tijd en ruimte, staat op de schouders van een vorige generatie en draagt de mogelijkheden van en de verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties in zich. Ieder mens ontvangt de gave van de schepping, maar wordt ook uitgedaagd door de wereld om zich heen.
Ga eens na voor jezelf welke betekenis ‘uniciteit in verbondenheid’ voor jou kan krijgen vanuit de identiteitsdriehoek van Wim Kuiper.
Stel achtereenvolgens bij uniciteit, bij verbondenheid en bij uniciteit in verbondenheid telkens deze drie vragen:
Enkele mogelijke filmpjes als wegbereider voor die reflectie:
De wegwijzers naar vorming geven richting aan het team om doorheen het hele schoolgebeuren tot op de klasvloer te groeien als katholieke dialoogschool. Het leerplan biedt tal van vindplaatsen om daaraan te werken met de leerlingen. Je kan voorbeelden vinden in het basisdocument "Zill en vorming in de katholieke dialoogschool."
Uniciteit in verbondenheid en het gemeenschappelijk funderend leerplan so
Het leerplan is voor de leraar het anker om bij de leerlingen de steeds complexere wereld te ontsluiten in hun groei naar volwassenheid. De wegwijzers geven daaraan richting en verbinden de vormingsopdracht van de school met haar Bijbels-christelijke inspiratie. De algemene inleiding leerplannen so past dat toe op elke wegwijzer.
Uniciteit, uniek zijn, brengt diversiteit in onze school: al die unieke mensen vormen samen een divers palet.
Hoe kan dat een inspiratiebron zijn
Aan de hand van de Opdrachten voor het katholiek basisonderwijs (OKB) proberen we te achterhalen hoe we dat als katholieke dialoogschool kunnen waarmaken. Die opdrachten zijn universeel; ze kunnen ook voor secundaire scholen een inspiratiebron zijn. De opdrachten zijn:
Bij wijze van voorbeeld werken we hierna de eerste opdracht wat nader uit in elke uitspraken en vragen. Bespreek de uitspraken, beantwoord de vragen. Persoonlijk en samen.
“Elke leerling is uniek. Hij heeft specifieke talenten en noden die hij gaandeweg ontdekt. Om zelfstandige, verantwoordelijke en gelukkige volwassenen te kunnen worden, hebben leerlingen nood aan gerichte ondersteuning van elkaar, van leerkrachten, ouders en andere opvoeders. Uniciteit en verbondenheid zijn dus met elkaar vervlochten. Christenen geloven dat onze verbondenheid met God dat ook toont: dankzij Hem bestaan we als unieke wezens (“[…] ik heb u in mijn handpalmen gegrift” (Jesaja 49, 16)).
En dus richt je samen met je collega’s het onderwijs zo in dat elke leerling beseft dat hij mag opgroeien tot een unieke persoon, dankzij de anderen, de diverse gemeenschap van de school en de samenleving. Je denkt na over organisatie en klassamenstelling, het aanbod, de inrichting van klaslokalen en speelplaats, normen en regels, vormen van maatwerk en evaluatie.” Uit: OKB, opdracht 1.