Vanaf 1 oktober 2023 zijn er een aantal gewijzigde regels inzake een minnelijke invordering van openstaande schoolrekeningen. Het gaat om het wetsontwerp houdende invoeging van boek XIX "Schulden van de consument" in het Wetboek van economisch recht, nr. 3132/1 .
Het gaat om meer dan enkel bedrijven. Ook scholen zijn gebonden door de nieuwe wet. Ook de ouders worden aanzien als de ‘consument’ die beter beschermd wordt met de wijzigingen. Voor scholen wijzigt er in de praktijk niet zoveel omdat scholen doorgaans op een zeer verbindende wijze communiceren met ouders met openstaande schulden. Toch ga je best jouw bijdrageregeling na.
De wijzigingen zijn beperkt. Zo zal je een ontstane betalingsachterstand met een eerste kosteloze herinnering moeten aanpakken.
Een schadebeding wordt bijna nooit door scholen gevraagd. Mocht dit toch het geval zijn dan moet dat ook expliciet in het reglement of de bijdrageregeling zijn opgenomen. Interesten en/of een forfait mag je pas veertien dagen na het versturen van de eerste kosteloze herinnering aanrekenen.
Er komt ook een plafond op het maximale schadebeding. Het bedrag ervan mag niet hoger zijn dan:
Minnelijke invorderaars zoals incassobureaus zijn verplicht om te controleren of het aangerekende schadebeding conform de wet is. Zij worden eveneens verplicht om de invordering op te schorten als de consument een beroep wil doen op minnelijke schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling
Aan de verjaringstermijn van schoolrekeningen en andere aspecten verandert er niets. Het model van ‘aannaming onbetaalde schoolrekening’ op de PRO.-pagina Schoolrekeningen kan je nog steeds gebruiken.