De leerlingen onderscheiden gelijkenissen en verschillen in kenmerken van bestudeerde samenlevingen in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd.
Oog hebben voor een historische context is een belangrijk kenmerk van historisch denken. De eigenheid van een context laat zich kennen in de vergelijking met andere contexten, in de gelijkenissen en verschillen die naar voor komen. Vaak springen vooral de gelijkenissen in het oog maar het is even belangrijk om oog te hebben voor de verschillen.
Een traditionele vergelijkingsoefening van samenlevingen uit eenzelfde periode.
1. De dimensies van het historisch referentiekader bieden een ideale structuur om een vergelijking aan op te hangen. De situering in de tijd, de ruimtelijke inbedding van een samenleving en kenmerken van de maatschappelijke contexten (zie ook leerplandoel 9 voor een lijst van sleutelbegrippen die van toepassing kunnen zijn).
2. Leerlingen ondersteuning bieden om een vergelijking te maken kan door hen eerst de informatie per samenleving te laten noteren en hen dan te laten aangeven of het om een gelijkenis of een verschil gaat. Een tabel met een aparte kolom om de vergelijking te maken, biedt hen de nodige ondersteuning.
3. Maak gebruik van venndiagrammen.
4. Geef leerlingen twee teksten over kenmerken van bestudeerde samenlevingen. Je drukt ze af met voldoende interlinie zodat leerlingen gelijkenissen kunnen onderlijnen en benoemen in beide teksten (gelijkenis 1, gelijkenis 2, verschil 1, verschil 2).
5. Vergelijkingen maken is niet evident voor leerlingen. Daarom is het belangrijk dit voldoende aan te leren. Daarbij is de nodige ondersteuning aangewezen, bijvoorbeeld met behulp van schrijfkaders:
Schrijfkader: overeenkomsten uitleggen
Hoewel … en … verschillend zijn, lijken ze op sommige punten heel erg op elkaar. Ze hebben bijvoorbeeld allebei …
Een andere overeenkomst is dat …
De … is dezelfde als …
Ze lijken ook op elkaar omdat …
Ten slotte zijn ze allebei …
Schrijfkader: verschillen uitleggen
Hoewel … en … allebei … zijn, zijn er ook een heleboel verschillen.
De … is …, terwijl de …
Ze zijn ook anders omdat …
Een ander punt