De leerlingen vullen historische beeldvorming aan d.m.v.
Historische vorming moet de ambitie hebben om leerlingen aan te leren hoe ze zelf een historische beeldvorming kunnen formuleren. Dat is een proces van lange adem waarvoor in de eerste graad de basis gelegd wordt, op maat van de leerlingen. Daarom vullen ze in die fase van hun vorming een beeldvorming aan en moeten ze nog niet het hele proces zelf kunnen doorlopen.
Leerlingen vullen een historische beeldvorming aan. De informatie en argumenten daarvoor halen ze uit de kritische analyse van bronnen en/of de toepassing van historische redeneerwijzen. Dus het inzetten van het redeneren met en over bronnen.
Je kan de leerlingen laten werken volgens het Angelsaksische principe PEE: point – evidence – explain. Via deze methode leren de leerlingen om op een beargumenteerde manier aan historische beeldvorming te doen. Een combinatie van kennis en argumentatie kunnen op deze manier goed samensmelten. Het vermijdt ook dat leerlingen ongenuanceerd te werk gaan.
De leerlingen vullen de historische beeldvorming aan door hun antwoord te structureren in 3 onderdelen:
In point duiden de leerlingen concreet waarover het zal gaan, veelal het antwoord op een historische vraag.
In evidence geven de leerlingen aan welke bronnen ze gebruiken en welke informatie ze eruit halen.
In explain leggen ze de link tussen het bewijs en het antwoord op de historische vraag of de aanvulling van de beeldvorming.