Beginsituatie inschatten en erop inspelen

Hoe schat je de beginsituatie van je leerlingen in? Een toetsinstrument kan een hulpmiddel zijn. Toch zou het resultaat meer moeten opleveren dan enkel een punt. We geven je graag tips en lesideeën mee over hoe je breder kunt kijken én hoe je kunt inspelen op de verschillen.

Beginsituatie: sterktes en groeipunten in kaart

sla link op in klembord

Kopieer

We bieden je hier een waaier aan tips en materialen. Kies wijs en verlies het doel niet uit het oog: de beginsituatie in kaart brengen doe je om goed te kunnen inspelen op de noden van de leerlingen.

Observatiefiches

sla link op in klembord

Kopieer

Aan de hand van de observatiewijzer uit de Mededeling taalscreening kun je de sterktes en werkpunten van je leerlingen op het vlak van taalvaardigheid in kaart brengen. Ook de collega’s van de andere vakken kunnen hierbij een waardevolle bron van informatie zijn. En via een observatiefiche geven je leerlingen zelf hun talenten en groeipunten aan.

Zelfreflectie

sla link op in klembord

Kopieer

  • Laat je leerlingen een zelfreflectie via GoogleForms invullen. Baseer je op de leerplandoelen om de enquête op te stellen. Bekijk deze GoogleForms voor meer inspiratie.
  • Op de website ‘Zuurstof voor Nederlands’ vind je bij evaluatie en feedback een schat aan voorbeelden van zelfreflectiefiches.

Overleg vakcollega vorig schooljaar

sla link op in klembord

Kopieer

Natuurlijk kun je ook te rade gaan bij je vakcollega Nederlands van het vorige schooljaar. In welke mate werd het jaarplan uitgevoerd? Op welke leerdoelen moet er nog gefocust worden? Welke leerlingen verdienen extra aandacht?

Kijkwijzer leercompetenties

sla link op in klembord

Kopieer

Via een kijkwijzer met kleurcodes breng je de leercompetenties én de motivatie van je leerlingen handig in beeld: informatie onthouden en oproepen, planning en organisatie, reflectie op leerproces.

Voorkennis achterhalen

sla link op in klembord

Kopieer

  • Alain Noëz schetst in Klasse enkele voorbeelden van hoe je de cognitieve beginsituatie in kaart kunt brengen zonder daarbij de volledige persoon van de leerling te vergeten. Zo stelt hij een cirkelgesprek voor waarbij de leerlingen in duo’s bespreken wat ze nog weten over het lesonderwerp. Daarna vullen ze elkaar aan in een cirkelgesprek. Je komt er dan snel achter welke leerlingen meer instructie of oefening nodig hebben.
  • Verder vind je in Klasse ook nog werkvormen om de voorkennis aan het begin van de les op te roepen. Op die manier kun je je les nog beter afstemmen op het startniveau van je leerlingen.
  • Start met een entry ticket (bv. de toets die je wilde geven na een hoofdstuk): op die manier ontdek je waar de leerlingen staan en welke ondersteuning ze nog nodig hebben:
    • leerlingen die de leerstof onder de knie hebben, kunnen ingeschakeld worden om uitleg te geven aan andere klasgenoten;
    • leerlingen die de leerstof nog niet begrepen hebben, geef je apart gerichte instructie.
  • Werk met een voortgangsfiche: laat je leerlingen op een overzichtsdocument aanduiden met groen, oranje of rood welke taken ze volbrachten: groen = afgewerkt en verbeterd, oranje = nog bezig/nog te verbeteren, rood = niet af/niet begrepen:
    • leerlingen die bepaalde taken groen kleurden, geef je de toets om te meten waar ze staan;
    • leerlingen die bepaalde taken oranje kleurden, geef je de gelegenheid om hun taken bij te werken of te verbeteren;
    • leerlingen die bepaalde taken rood kleurden, geef je aparte instructie en/of laat je een instructievideo bekijken.

Gebruik een competentiemeter: hoe competent voelt een leerling zich bij een bepaald leerstofonderdeel: vertrouwd, ervaren – nog niet vertrouwd, uitgeprobeerd – niet vertrouwd, onervaren? Geef hen een wasknijper waarop ze hun naam schrijven. Laat hen de wasknijper op de meter hangen.

  • Geef de leerlingen een korte vaardigheidsopdracht (liefst in een betekenisvolle authentieke situatie) om hun taalvaardigheidsniveau in kaart te brengen:
    • bv. schrijf een samenvatting neer om de les geschiedenis te kunnen instuderen. Leerlingen kunnen elkaar feedback geven om te herschrijven.
    • bv. bekijk het YouTubefilmpje van Célien en Michiel en licht in één minuut jouw mening toe over cyberpesten.
    • bv. maak een filmpje bedoeld voor je ouders om te waarschuwen voor de gevaren van sexting. Geef hen vijf duidelijke tips mee.
  • Gebruik een startkompas om het welbevinden en de verwachtingen van leerlingen in het algemeen in kaart te brengen en om inzicht te krijgen in eventuele bezorgdheden en ondersteuningsbehoeften.

Portretterende klassenraad

sla link op in klembord

Kopieer

  • We ontwikkelden een placemat waarop leerlingen hun eigen portretterende klassenraad voorbereiden. Ze kunnen er aangeven hoe ze zich voelen, hun groei in kaart brengen en benoemen waarbij ze hulp nodig hebben.
  • Daarnaast zijn er op https://pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/portretterende-klassenraad reflectievragen voor de leerling (en ouders) beschikbaar, alsook een vragenlijst op basis van de principes van growth mindset.

Paralleltoets Nederlands

sla link op in klembord

Kopieer

  • Geef je les in het eerste jaar van de eerste graad, dan zou je de paralleltoets bestemd voor het eind van het zesde leerjaar basisonderwijs kunnen afnemen. Zo kun je het taalvaardigheidsniveau van jouw leerlingen afzetten tegen het gemiddelde Vlaamse niveau van een klas met gelijkaardige leerlingenkenmerken. Let wel, de afname neemt per toets meer dan één lesuur in beslag en peilt enkel naar het lezen en luisteren.
  • Opgelet: de oude paralleltoetsen voor de eerste graad kunnen voorlopig niet gebruikt worden, omdat deze niet meer gebaseerd zijn op de nieuwe eindtermen.

Taalscreening

sla link op in klembord

Kopieer

  • In het eerste jaar van de eerste graad kan de verplichte taalscreening (met een valide en betrouwbaar instrument) extra info opleveren naast eigen observaties en toetsen/opdrachten.
  • Voor het 6de jaar kunnen academische testen taalvaardigheid nuttige info geven.

Vooruitblik: waar moet elke leerling naartoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Maak de balans op: welke leerplandoelen moeten zeker opnieuw aan bod komen? Denk eraan: het leerplan Nederlands is een graadleerplan: indien je lesgeeft in een eerste jaar van een graad, kunnen bepaalde leerdoelen ook doorgeschoven worden naar het volgende jaar. Maak hierover afspraken met je collega’s.

In je leerwerkboek zit vaak een overaanbod aan lessen. Durf te schrappen. Gebruik het leerplan als leidraad. Met de volgende tips lukt dat misschien wat makkelijker:

  • Maak komaf met het teveel aan contextloze vaardigheidsoefeningen. Cluster leerplandoelen tot een project met functionele en authentieke opdrachten die je leerlingen motiveren om in het échte leven aan de slag te gaan met Nederlands: bekijk de Sway over het interview waarin verschillende deelvaardigheden en oefeningen opgenomen worden.

  • Werk van achteren naar voren:
    • start met het einddoel aan de leerlingen mee te delen: bv. een recensie schrijven over een theatervoorstelling op basis van verschillende schriftelijke en audiovisuele bronnen
      • je zou de leerlingen ook kunnen laten kiezen welke theatervoorstelling ze online willen bekijken: dit vergroot hun autonomie
    • hiervoor moeten de leerlingen een aantal “deelvaardigheden” beheersen:
      • toneelvoorstelling bekijken (bv. theater FroeFroe biedt al haar voorstellingen online aan, alsook een lesbundel en persteksten via www.froefroe.be): beeldspraak, gevoelswaarde van woorden, register, communicatiemodel, lichaamstaal, non-verbale en verbale communicatie, kenmerken herkennen van jeugdtheater, verhaalelementen herkennen en benoemen (personages, tijd, ruimte, spanning …), enz.
      • recensies lezen: leesstrategie, woordleerstrategie (homoniemen-synoniemen), onderscheid tussen feit, mening, objectief, subjectief, tekststructuur herkennen, enz.
      • recensie schrijven: argumenteren, schrijfstrategie, reflecteren op spelling, woord- en zinsgebruik, enz.
    • geef de leerlingen een overzicht van al de deelvaardigheden waaraan je aandacht wilt besteden en laat hen eerst zelf aanduiden wat ze al goed kunnen, wat ze nog moeten leren of inoefenen, waar ze nog hulp of instructie bij nodig hebben
    • bied de leerlingen een week de tijd om alle opdrachten tot een goed einde te brengen: laat hen op hun eigen tempo werken, online, in het leerwerkboek, in duo’s, zelfstandig
    • voorzie instructiemomenten voor die deelvaardigheden waarbij leerlingen extra hulp nodig hebben
    • treed op als procesbegeleider

Differentiatie: speel in op de verschillen

sla link op in klembord

Kopieer

Preteaching/blended learning

sla link op in klembord

Kopieer

  • Zet instructiefilmpjes in die de leerlingen op voorhand kunnen bekijken. Cambiumned voorziet naast online oefeningen heel wat tutorials over grammatica, spelling, stijl, woordenschat, lezen/schrijven/spreken, argumenteren, enz.
  • Laat de leerlingen de les ‘voorspellen’: licht een tipje van de sluier door het lesonderwerp of de titel van de tekst te geven. Geef de opdracht om (in duo’s) via een mindmap kernwoorden te noteren die hiermee verband houden of laat hen een nieuwsartikel schrijven of voorwerpen verzamelen …
  • Meer info en tips over blended learning kun je lezen in het interview van Klasse met Tommy Opgenhaffen, docent aan de Arteveldehogeschool Gent en auteur van ‘Leren.Hoe?Zo!’

Gerichte remediëring

sla link op in klembord

Kopieer

  • Een leerling die wel wat spelfouten maakt, lukraak wat oefeningen laten maken die je postte in een onlinemap, brengt weinig zoden aan de dijk. Maak een foutenanalyse en bekijk op welk onderdeel de leerling uitvalt. Wellicht heeft een leerling ook wat instructie nodig om de remediëringsopdracht met resultaat te kunnen afronden.
  • Tracht remediëringskansen een plaats te geven in het leerproces. Koppel ze bijvoorbeeld aan je tussentijdse feedback. Zo kan de leerling zijn tekort eerst remediëren en vervolgens het geleerde meteen toepassen.
  • Gefaseerde remediëring: bied de leerlingen een eerste korte oefenreeks aan. Verbeter klassikaal. Leerlingen die geen fouten maakten, kunnen overgaan tot een volgend lesonderwerp. Leerlingen die wel fouten maakten, geef je de nodige uitleg en vraag je om de volgende korte oefenreeks te maken.

Peer tutoring

sla link op in klembord

Kopieer

  • Schakel een leerling die de leerstof al beheerst in om een andere leerling uitleg te verschaffen.
  • Geef de leerlingen de kans om een vraag over de leerstof op een memobriefje te noteren. Alle memobriefjes worden daarna op het bord gekleefd. Leerlingen formuleren zelf een schriftelijk (of mondeling) antwoord op één of meerdere vragen. De vragen die overblijven, beantwoord je zelf.

Zinvol groeperen 

sla link op in klembord

Kopieer

Waar de verschillen tussen leerlingen groot zijn, wordt het moeilijk om de doelen te bereiken met een uitsluitend klassikale aanpak.

  • Soms kan het zinvol zijn om leerlingen homogeen te groeperen. Je werkt in dat geval met niveaugroepjes. Beperk het aantal niveaus en bekijk op welke manier je voor ieder niveau ondersteuning kan bieden.
  • Kan je vlinderleraren reserveren op jouw school? Kan je voor een bepaalde groep een stappenplan voorzien of zijn er leerlingen bereid om jouw assistent te zijn? Is er toevallig een lesuur waarin je parallel staat met een collega en ruimte om samen aan beide groepen te co-teachen?

Let op: werk op maximaal 3 of 4 niveaus. Differentiëren betekent niet dat je individueel onderwijs moet bieden. De principes van UDL (Universal Design for Learning) kunnen je helpen om het haalbaar te houden.

Gedifferentieerd materiaal voor het oefenen van leesvaardigheid

sla link op in klembord

Kopieer

  • Nieuwsbegrip biedt gedifferentieerde leeslessen aan die aansluiten bij de actualiteit. De teksten situeren zich op de niveaus tweede en derde graad van het lager onderwijs en eerste graad secundair onderwijs. 
  • De website Nieuwsbegrip biedt artikels aan over actualiteit, maar dan op 6 verschillende leesniveaus (van AA-Alfa tot D). Het leesniveau C is het referentieniveau voor de eerste graad A-stroom. Je kan een gratis proefabonnement aanvragen voor een periode van twee maanden.
  • De leermiddelen van DiaBe (Diaplus Tekstenlab en Lees#Be) bieden gedifferentieerde materialen, o.m. om te gebruiken na de taalscreening.
  • De Nederlandse website Vakbegrip voor leraren die lesgeven in het vmbo (vergelijkbaar met het bso) biedt lees- en woordenschatlessen op verschillende niveaus. De teksten sluiten aan bij de beroepsinteresses van leerlingen. 
  • Nedbox is een website om Nederlands te oefenen via tv-fragmenten en krantenartikels op 3 verschillende leesniveaus. NedBox is een samenwerking tussen verschillende organisaties, met de KU Leuven als promotor. Het Europees Integratiefonds en de Vlaamse overheid ondersteunen het project.

Gedifferentieerde evaluatie

sla link op in klembord

Kopieer

Maak je evaluatie groeigericht. Geef je leerlingen persoonlijke werkpunten en durf je evaluatie daarop afstemmen. Vanzelfsprekend hou je hen van bij het begin een perspectief voor ogen m.n. de verwachtingen tegen het einde van het schooljaar of van de graad.

Taalgericht vakonderwijs

sla link op in klembord

Kopieer

Zet meer dan ooit in op de drie pijlers van taalgericht vakonderwijs: context, interactie, taalsteun.

Over deze databank

In deze databank ondersteunen we je vanuit de pedagogische begeleiding tot op de klasvloer. Je vindt hier didactische tips, praktijkvoorbeelden, leerinhoud ...

×
Kijkt als...
Niveau
Regio