De leerlingen nemen bij het zich inleven in historische fenomenen uit de bestudeerde periodes afstand van het eigen waarden- en normenkader door rekening te houden met de historische kritiek.
Leraren stellen vaak de vraag “Stel dat jij die persoon was, hoe zou jij dan…”. Cruciaal bij dergelijke inleving is dat leerlingen loskomen van de eigen standplaatsgebondenheid. Historicus Arie van Deursen geeft prachtig weer waar het bij historische empathie om gaat: je moet het verleden volgens hem beoordelen 'in de omlijsting van de tijd', in de context van haar eigen omstandigheden. Het gevaar is groot dat leerlingen redeneren vanuit de hun vertrouwde opvattingen, emoties en waarden en normen van de eigen tijd. Die kunnen echter verschillen met wat vroeger gold. Leerlingen moeten daarom rekening houden met de historische context. Dat vormt een centraal element van een kwaliteitsvolle historische kritiek. Inleving is dus meer dan een emotionele oefening, het is vooral ook een rationele oefening.
Leerlingen leven zich in in historische personages en kunnen door kritische analyse van bronnen aangeven waar hun eigentijdse waarden- en normenkader verschilt van de historische context waarin het historisch personage leefde.
Zich historisch inleven is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het gaat om een heel complexe oefening waarbij drie componenten samenkomen (cf. Tessa De Leur et.al. ‘I saw angry people and broken statues’: historical empathy in secondary history education. British Journal of Educational Studies 65 (3), pp.331-352 en Tessa de Leur (2018). "Stel je voor dat jij/hij in 1566 leeft..."? Een inleef-opdracht bij het vak geschiedenis in het voortgezet onderwijs. Hermes, 63, 27-31).
Je kunt deze oefening vasthaken aan thema’s die voor de huidige generatie leerlingen per definitie vreemd, minderwaardig of anders bekeken worden:
Een basisvraag om perspectief te leren innemen, is de vraag stellen hoe een persoon uit de bestudeerde periode en samenleving zich zou voelen mocht die in onze hedendaagse samenleving belanden. Wat zou die persoon herkennen? Wat zou enorm vreemd overkomen? Even interessant is de vraag wat mensen binnen 100 jaar vreemd zullen vinden aan onze samenleving. (Idee overgenomen uit de Bix Six van Peter Seixas en Tom Morton.)
Een leuke werkvorm is om drie schijnbaar gelijkaardige maar historisch verschillende situaties te tonen en te vragen wat telkens de context was. (Idee overgenomen uit de Big Six van Peter Seixas en Tom Morton.)
Voorbeeld: je toont drie afbeeldingen van mensen die heel ernstig kijken, en laat de leerlingen telkens nadenken over de context.
In de bovenstaande voorbeelden is het aspect bronnenkritiek buiten beeld gebleven. In de les van collega Tom De Wolf is er een expliciete koppeling met de analyse van bronnen.
Context:
Wij vinden in 2018 de boodschap van de bron: vreemd – normaal – realistisch – vernieuwend. De Grieken vonden deze boodschap niet bijzonder omdat ____________________________________
________________________________________________. Over een bron oordelen kun je dus maar als je je eerst inleeft in de wereld waarin de bron geschreven is.
Je kunt gebruik maken van schema’s die leerlingen stap voor stap door een dergelijke denkoefening loodsen.
Voorbeeld van Peter Seixas en Tom Morton. The big six historical thinking concepts.
Heel vaak wordt bij dit doel gebruik gemaakt van rollenspelen. Je kunt die historisch onderbouwen door leerlingen een rol te geven, bijvoorbeeld door kaartjes uit te delen met het personage en wat contextinformatie. Vervolgens laat je hen nadenken hoe die personen zullen reageren op een historische gebeurtenis en wat het effect zal zijn op hun positie. Een dergelijke activiteit vergroot sowieso de betrokkenheid van de leerlingen. Doordat verschillende personages aan bod komen, integreer je automatisch verschillende perspectieven. Je kunt trouwens een extra dimensie toevoegen door ook ‘achterafkaartjes’ te maken waarop je vermeldt hoe het personage het ervan afgebracht heeft na de gebeurtenis(en) of proces(sen). Zo kun je de leerlingen onmiddellijk feedback geven. En wanneer je dat koppelt aan de begrippen continuïteit en verandering, werk je onmiddellijk aan enkele andere leerplandoelstellingen.
De Stanford History Education Group ontwikkelde een instaples waarin leerlingen in een hedendaags rollenspel de rol krijgen van directeur en moeten beslissen over een sanctie voor twee leerlingen die in de refter betrokken waren in een gevecht. Het is geen historische casus maar integreert wel mooi (fictieve) bronnen zodat leerlingen hun keuzes moeten onderbouwen met verwijzing naar bronnen.
De Nederlandse vakdidactici Tim Huijgen en Paul Holthuis stellen volgend hulpinstrument voor om leerlingen oog te leren krijgen voor de historische context, in dit geval van een bron.