Lessen met effect

Op deze pagina lees je de inhoud achter de verschillende elementen van de visual Lessen met effect.  Het gaat over dezelfde inhoud als die verstopt zit achter de interactieve visual. Je kunt hier de afzonderlijke onderdelen bestuderen.

Voorbereiding

sla link op in klembord

Kopieer

Doelgericht werken

sla link op in klembord

Kopieer

Ik kies mijn doelen voor de les of aankomende lessenreeks op basis van het leerplan. Ik durf kritisch te kiezen hoe ik mijn leermateriaal gebruik.

  • Ik bepaal welk doel ik wil bereiken met mijn leerlingen tijdens een les/lessenreeks vanuit hoge verwachtingen.
  • Ik kijk naar het werkwoord in het leerplandoel en check hoe leerlingen een bepaalde inhoud moeten beheersen.
  • Ik deel met de leerlingen waarom dit betekenisvol is.
  • Ik kies de materialen die nodig zijn om dit doel te bereiken (niet alles uit een handboek is altijd relevant).

Ik formuleer de leerplandoelen en succescriteria in leerlingentaal en maak die kenbaar aan de leerlingen.

  • Ik formuleer doelen in leerlingentaal en licht toe waar nodig.
  • Ik bepaal succescriteria (bij voorkeur met de leerlingen). Dit zorgt ervoor dat leerlingen weten wanneer ze de opdracht goed hebben uitgevoerd.

Ik denk na over de manier(en) waarop ik de leerlingen warm maak voor de les.

  • Ik zorg voor een uitdagende les (leerlingen worden graag uitgedaagd) die niet te moeilijk en niet te makkelijk is (leerondersteuning).
  • Ik deel mijn enthousiasme over een onderwerp en vertrek vanuit het waarom van het leren.

Ik denk doelgericht na over de digitale leermiddelen die ik ga gebruiken in mijn les.

  • Ik werk altijd doelgericht en niet toolgericht. Ik kies de tool in functie van het doel dat ik wil bereiken.

Beginsituatie

sla link op in klembord

Kopieer

Ik krijg zicht op de didactische beginsituatie (o.b.v. vorige les, vorige jaren, info uit evaluaties, digitale systemen…)

  • Ik bedenk wat mijn leerlingen al kunnen/weten.
  • Ik bedenk waar mijn leerlingen zouden kunnen versnellen.
  • Ik bedenk waar mijn leerlingen zouden kunnen uitvallen (veelgemaakte fouten?).

Ik bedenk op basis van deze beginsituatie welke differentiatie noodzakelijk is.

  • Ik bepaal werkvormen, leermiddelen en opdrachten die de verschillende leerlingen nodig hebben om het doel te bereiken.
    • (Het leerplan noemt dit differentiatie door te verdiepen en te verbreden.)
  • Ik bedenk op welk vlak ik kan differentiëren.
  • Dit kan in tijd, ondersteuning, instructie, opdrachten, eindproduct, groepssamenstelling.
    • (Het leerplan noemt dit differentiatie door de leeromgeving aan te passen.)
  • Dit kan in doel, opdrachten, evaluatiecriteria en evaluatie.
    • (Het leerplan noemt dit differentiatie in evaluatie.)

Organisatie

sla link op in klembord

Kopieer

Ik zorg dat de gemaakte afspraken nagekomen worden. Ik denk op voorhand goed na over eventuele consequenties bij het niet nakomen ervan.

  • Ik consulteer de schoolregels en communiceer ze proactief.
  • Ik zorg ervoor dat ik weet hoe ik wil handelen bij ongewenst gedrag.

Ik maak afspraken met de leerlingen en zorg voor een duidelijke communicatie.

  • Ik vul de agenda aan met het lesonderwerp, mee te brengen materiaal, eventuele taak/toets ...
  • Ik denk na over de digitale platformen waarop ik materiaal deel (Google Classroom, Teams, OneNote, Smartschool, Moodle ...)

Ik zorg ervoor dat het leslokaal tijdig lesklaar is.

  • Afhankelijk van de keuzes die ik maak (manier van lesgeven, samenwerken van de leerlingen) kies ik een geschikte opstelling.
  • Ik zorg dat alle digitale middelen klaarstaan en functioneren.
  • Ik leg alle materialen klaar die nodig zijn.

Lesverloop

sla link op in klembord

Kopieer

Ik denk na over de structuur van mijn les en de rol van de leerlingen.

  • Ik verdeel mijn les in fasen en bedenk bij elke fase wat de rol van de leerling is.
  • Ik denk na over hoeveel tijd ik aan elke fase besteed.
  • Ik denk na over de routines die ik in deze les wil benadrukken.

Ik kies geschikte lesvormen die passen bij het doel.

  • Afhankelijk van de voorkennis van de leerlingen, het doel van de les en de manier waarop ik wil dat leerlingen leren, kies ik een geschikte lesvorm.
  • Denk hierbij aan: directe instructie, onderwijsleergesprek, onderzoekend leren, coöperatief leren ...

Ik kies geschikte leermaterialen die passen bij de les.

  • Ik denk bewust na over welke vorm van presentatie het meest effectief is (PowerPoint, Whiteboard, instructievideo ...).
  • Ik kijk kritisch naar de verwerkingsopdrachten uit de cursus/handboek/methode.
  • Ik denk na over welke meerwaarde een digitale tool kan bieden in elke lesfase.

Ik denk na over mijn positie in de klas, durf te bewegen en vergroot daarmee de betrokkenheid bij de leerlingen.

  • Ik zorg voor een afwisselende positie waar leerlingen mij goed kunnen volgen.
  • Ik zorg voor een goede klasopstelling wanneer leerlingen aan de slag gaan met een device en over mijn positie in die klasopstelling

Beginfase

sla link op in klembord

Kopieer

Voorkennis

sla link op in klembord

Kopieer

Ik activeer gerichte en passende voorkennis bij alle leerlingen.  

  • Ik begin elke les met een actieve terugblik.
  • Ik zet activerende werkvormen en digitale tools in waarmee ik relevante voorkennis activeer bij alle leerlingen. 
  • Ik laat alle leerlingen nadenken over wat ze al weten, ook al weten ze het niet meer. (retrieval practice) 
  • Ik deel met mijn leerlingen waarom ik dit doe, zodat ze meer bereid zijn diep na te denken. 

Doel

sla link op in klembord

Kopieer

Ik maak mijn lesdoelen en succescriteria duidelijk in relatie tot het einddoel.

  • Ik deel mijn lesdoel met mijn leerlingen en betrek ze hier actief bij.
  • Ik bepaal de succescriteria (samen met de leerlingen) die nodig zijn om het lesdoel te behalen.
  • Ik kader dit lesdoel in het grote(re) plaatje.

Ik zorg dat mijn lesdoelen helder zijn voor alle leerlingen.

  • Ik gebruik woord en beeld om mijn lesdoel kenbaar te maken
  • Ik laat zien hoe succes eruit ziet, wat het eindproduct zou moeten zijn.
  • Ik maak onbekende begrippen in het doel direct duidelijk aan de leerlingen.

Ik zorg ervoor dat alle leerlingen nadenken over waarom dit lesdoel betekenisvol is voor hen.

  • Ik expliciteer de relatie tussen het doel en de relevantie voor de leerlingen.

Motivatie

sla link op in klembord

Kopieer

Ik zet in op de relatie met mijn leerlingen waardoor ze zich betrokken voelen bij het klasgebeuren, zich vrij kunnen voelen om vragen te stellen en niet bang zijn om fouten te maken. (Verbondenheid)

  • Ik kies onderwerpen en activiteiten die aansluiten bij de (digitale) leefwereld van de jongeren en die hun interesse prikkelen.
  • Ik verplaats me in de leerlingen en erken hun weerstanden.
  • Ik gebruik de namen van mijn leerlingen en ga in interactie met mijn leerlingen in en buiten de les.
  • Ik schep een veilig klasklimaat door duidelijke structuur en grenzen te bieden.
  • Ik reageer op pestgedrag en grijp in bij conflicten.

Ik laat leerlingen ervaren dat ze in staat zijn om de lesdoelen te realiseren en waarom deze inhoud belangrijk is voor hen. (Competentie)

  • Ik bied uitdagende opdrachten aan die niet te moeilijk, maar ook niet te makkelijk zijn.
  • Ik zorg voor succeservaringen.
  • Ik spreek positieve verwachtingen uit in plaats van leerlingen bang te maken.
  • Ik zorg dat de leerlingen snappen waarom wij de leerstofonderdelen behandelen.
  • Ik geef niet alleen feedback maar formuleer ook welke stap leerlingen nog moeten zetten om te groeien.

Ik geef leerlingen het recht eigen keuzes te maken en begeleid hen hierin om hun verantwoordelijkheid hiervoor op te nemen. (Autonomie)

  • Ik geef leerlingen keuzemogelijkheden in bijvoorbeeld
  • de manier waarop ze aantonen dat ze het leerdoel bereikt worden (bv. in een filmpje, presentatie, tekst, podcast, interview ...);
  • het moment van de toets;
  • lesinhouden waar ze interesse in hebben.
  • Ik zorg ervoor dat de structuur van de les en opdrachten helder zijn zodat leerlingen overzicht hebben.
  • Ik vermijd dwingend taalgebruik door uit te leggen wat het nut van bepaalde opdrachten voor leerlingen is.

Structuur

sla link op in klembord

Kopieer

Ik verduidelijk het lesverloop en de timing.

  • Ik leg mijn leerlingen uit hoe we de les indelen en welke keuzes ik gemaakt heb in de voorbereiding.
  • Ik deel mijn verwachtingen van het leerlinggedrag met mijn leerlingen.

Ik expliciteer aan de leerlingen wat, wanneer, waarom, door wie en hoe leerlingen geëvalueerd worden.

  • Ik maak helder voor de leerlingen hoe ze geëvalueerd worden voordat ze aan een opdracht beginnen.
  • Ik nodig leerlingen uit om mee te denken over de manier en het moment van evalueren.
  • Ik zorg ervoor dat de afspraken rond de evaluatie helder zijn.

Ik zorg ervoor dat leerlingen weten waar deze les past in het grotere geheel.

  • Ik leg uit hoe het geleerde van vandaag past in het geheel.
  • Ik leg uit hoe deze les bijdraagt aan het behalen van het leerplandoel.

Middenfase

sla link op in klembord

Kopieer

Instructie/probleemstelling

sla link op in klembord

Kopieer

Ik combineer expliciete directe instructie met onderzoekend leren tijdens mijn lessenreeks.

  • Ik kies voor expliciete instructie als een veilige eerste stap wanneer leerlingen nog niet veel voorkennis hebben.
  • Ik kies voor onderzoekend leren wanneer leerlingen beschikken over voldoende basiskennis en/of relevante vaardigheden.

Ik activeer mijn leerlingen tijdens de instructie.

  • Ik verduidelijk vóór de instructie hoe mijn leerlingen er actief mee aan de slag moeten.
  • Ik activeer mijn leerlingen door goeie vragen/opdrachten tussendoor te geven.

Ik geef heldere instructie, opgebouwd in logische stappen.

  • Ik bouw mijn instructie logisch en in kleine stappen op.
  • Ik laat leerlingen tijdens de instructie de stappen verwerken. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van aantekeningen, een oefening, een gesprek of door een digitale tool.

Ik combineer weloverwogen woord en beeld.

  • Ik ondersteun de verbale instructies met onder andere beeldmateriaal, (bord)schema's, overzichten, aantekeningen.
  • Ik maak de essentie visueel zodat dit de leerlingen ondersteunt bij het leren.

Ik verduidelijk moeilijke begrippen.

  • Ik verhelder moeilijke begrippen die voorkomen in de instructie en/of de doelen.
  • Ik zet daar eventueel middelen in zoals een beeldwoordenboek, een zoekmachine, etc.

Ik check of probleemgestuurd leren passend kan zijn voor deze les.

  • Ik kan nieuwe kennis verwerven aan de hand van een probleem of een taak vanuit een authentieke, professionele context.
  • Ik leer de leerlingen een wetenschappelijke methode toe te passen om een probleem te onderzoeken (voorbeeld STEM- doelen).
  • Ik neem bij probleemgestuurd leren de rol van begeleider op.
  • Tijdens het oplossen van het probleem leer ik leerlingen hoe ze hun keuzes kunnen beargumenteren om verdere stappen, besluiten te nemen.

Begeleid inoefenen

sla link op in klembord

Kopieer

Ik begeleid de leerlingen van de lesfase instructie naar zelfstandige verwerking.

  • Ik doe eerst voldoende oefeningen samen met de leerlingen, dan in kleine groepjes en nadien gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag.
  • Ik doe een stap voor en laat de leerlingen deze herhalen. Nadien doe ik een stap voor en laat ik de leerlingen de volgende stap zelf uitvoeren.
  • Ik geef een voorbeeldopdracht en laat de leerlingen alle stappen zelf uitvoeren, daarbij controleer ik het begrip van de leerlingen, zodat ik weet wat de leerlingen nog nodig hebben.
  • (Zie hiervoor ook de stap 'Controleer begrip en faciliteer feedback'.)
  • Ik hou rekening met verschil in tempo door bijvoorbeeld instructievideo's in te zetten waarin ik een probleem oplos.

Zelfstandig ontwikkelen

sla link op in klembord

Kopieer

Ik zorg voor doelgerichte oefeningen die aansluiten bij mijn instructie.

  • Ik kies in het begin oefeningen die de leerlingen de kans geven om de aangeboden instructie te oefenen.
  • Naarmate de tijd vordert en ze meer weten en kunnen, geef ik de leerlingen opdrachten met meer variatie om het geleerde in te oefenen.
  • Ik kan hiervoor ook adaptieve tools gebruiken die de moeilijkheidsgraad automatisch aanpassen aan de leerling.

Ik zorg voor voldoende afwisselende oefeningen en gespreid in de tijd.

  • Ik kies oefeningen die verschillende manieren van verwerken vragen rond hetzelfde onderwerp.
  • Ik zorg ervoor dat de te leren stof op verschillende momenten voorbij komt, zodat het onthouden blijft.

Timing en tempo

sla link op in klembord

Kopieer

Ik hou mijn timing en tempo goed in de gaten.

  • Ik bewaak en maak zichtbaar hoeveel tijd ik aan elk onderdeel van mijn les besteed.
  • Ik hou de leerlingen taakgericht en aandachtig door tijdig tussen te komen.
  • Ik gebruik hiervoor de informatie die ik ophaal vanuit controle van begrip en de feedback die leerlingen mij geven.

Eindfase

sla link op in klembord

Kopieer

Evalueer, reflecteer en blik vooruit

sla link op in klembord

Kopieer

Ik evalueer het effect van mijn les met behulp van een lesafsluiter.

  • Ik check met een gerichte opdracht of vraag in hoeverre de leerling de leerinhoud nu begrepen heeft.
  • Ik geef de leerlingen informatie over waar ze nu staan , waar ze naartoe gaan en wat hun volgende stap daarin is (take up).

Ik richt onze blik vooruit.

  • Ik kader het lesdoel in een groter geheel. Ik verduidelijk aan welk deel van het einddoel volgende les gewerkt wordt en waar deze les toe bijgedragen heeft.
  • Ik leg de verbinding tussen de inhoud van deze les en de manier waarop we gaan evalueren.

Ik reflecteer (eventueel anoniem) met mijn leerlingen over de les.

  • Ik laat leerlingen reflecteren over het verloop van de les.
  • Ik laat leerlingen reflecteren op hun leren in de les.
  • Ik laat leerlingen reflecteren over mijn handelen in de les.

Ik reflecteer op mijn eigen handelen.

  • Ik reflecteer op mijn eigen handelen op basis van wat de leerlingen mij teruggaven.
  • Het werk van de leerlingen in de klas, huiswerk en/of informatie vanuit digitale leeromgeving is een reflectie op mijn handelen.
  • Ik stel vanuit deze reflectie doelen voor de volgende les.

Controleer begrip en faciliteer feedback

sla link op in klembord

Kopieer

Ik voorzie korte checks om na te gaan in hoeverre de leerlingen de lesdoelen of onderdelen van de les beheersen.

  • Ik controleer gedurende de hele les in hoeverre de leerlingen mee zijn met de les en pas mijn les daarop aan.
  • Ik stel vragen die mij inzicht geven over waar de leerlingen staan in het leren en observeer of leerlingen de lesdoelen behalen.
  • Ik kies werkvormen of digitale tools waarbij ik informatie kan verzamelen over de hele klas.

Ik faciliteer feedback die leerlingen aan het denken zet en verder helpt in hun leren.

  • Ik onderscheid welke stappen leerlingen kunnen zetten om een lesdoel te bereiken.
  • Ik bespreek klassikaal de successen en meest gemaakte fouten van leerlingen.
  • Ik geef klassikale feedback op het proces en het product van leerlingen.
  • Ik reflecteer samen met leerlingen welke vervolgstap(pen) ze nodig hebben om een lesdoel te bereiken.

Ik faciliteer dat leerlingen aan de slag gaan met de feedback (take-up).

  • Ik gebruik werkvormen die faciliteren dat leerlingen aan de slag gaan met feedback.
  • Ik controleer of leerlingen effectief met de feedback aan de slag gaan.
  • Ik bespreek met leerlingen dat zij eigenaar zijn van hun leerproces.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio