4 februari 2021 – Deeltijds kunstonderwijs en corona

Eigenlijk kwam het neer op twee vragenstellers, Roosmarijn Beckers en Loes Vandromme, die elk ongeveer dezelfde twee vragen om uitleg stelden, waarvan één vraag met een Limburgse invalshoek bij de eerste vragensteller en met een generieke invalshoek bij de tweede vragensteller, maar toch ook allemaal gerelateerd aan het deeltijds kunstonderwijs. Eén van de vragen hadden we al in het recente verleden gehoord, heel erg analoog aan wat zich in het volwassenenonderwijs afspeelde, waarover overigens een vraag om uitleg gesteld zou worden op 11 februari. De vragen nu waren ook coronagerelateerd. Tussen haakjes, tussendoor ook even jouw aandacht, beste lezer, voor wat persoonlijke anekdotiek. Je weet wel, waar ik soms zo kritisch over ben ten aanzien van de politici. Niemand is perfect. In een notendop: op zaterdagochtend sta ik doorgaans tijdig op om mijn krant regenschade te besparen maar vooral om in mijn geliefkoosde blad, dat onder leiding van een crème van een chef prima journalisten et al. prima stukken laat schrijven, van diezelfde krant de zgn. “Karels Crypto” in te vullen. Waarlijk, een verslaving, ik beken. Op de dag dat ik deze regels typ, was een van Karels opgaven (N.B. Karel Vereertbrugghen: naast een wandelende encyclopedie, maar dan wel van het prettige soort, ook een taalspelvirtuoos) “depressie op de markt van cilindervormige sigaren”. Nonsens, denk jij? Nee! Lang geleden was er in mijn gemeente, pal in de stationsbuurt, een…sigarenfabriek, alwaar…sigaren van het merk … corona gemaakt werden. Als geboren en getogen inwoner van die gemeente vulde ik het desbetreffende lijntje “K” feilloos in: “coronacrisis” … met dank aan de huidige Vlaamse onderwijspolitici die minister Weyts, de minister van alles, las ik op deze dag ook nog, maar blijven bestoken met coronavragen om uitleg.

Waarover ging het? Ik probeer het samen te vatten. Door corona waren er nu lagere inschrijvingscijfers in het dko, wat de academies volgend schooljaar parten zou spelen. De trouwe lezer van deze blog weet dat ik bewust de aparte coronacommissie systematisch links laten liggen heb om geen coronapunthoofd te krijgen, maar wie van de trouwe en minder trouwe lezers wil, kan er gerust de coronacommissie van 13 november 2020 op nalezen. Met nuance weliswaar, maar de dko-toekomst zag er niet rooskleurig uit. Wat ging de minister doen, zo wilde Roosmarijn Beckers weten. Maar ze had ook een Limburgse vraag, mét ook enige persoonlijke anekdotiek. Ieder om beurt is niets te veel. Kersverse Limburgse provinciegouverneur (N.B. Nog niet zo lang geleden was hij nog lid van dit Vlaams Parlement.) Jos Lantmeeters had onlangs, volgens Beckers, wat te drastisch de vrijheid van Limburgse kinderen onder de 12 jaar - onder wie ook de kinderen van Beckers, je raadde het al - ingeperkt door alle buitenschoolse activiteiten stop te zetten in zeven gemeenten in Haspengouw en later in nog eens zes Noord-Limburgse gemeenten. Wat dacht minister Weyts, een partijgenoot van Lantmeeters, daarvan en wat ging hij daaraan doen?

Vragensteller Loes Vandromme (aan de andere kant van het Vlaamse Gewest) verwees naar de onderwijscommissievergadering van 5 oktober 2020. Over de revitalisering van de zogenaamde Vlaamse Reaffectatiecommissie was in deeltijds kunstonderwijs (dko)-milieus nogal wat commotie ontstaan blijkbaar. Wat ging minister Weyts doen? Anderzijds was er ook commotie over het feit dat het dko als enige onderwijssector over één kam geschoren werd met de jeugd- en sportactiviteiten. De academie was nochtans geen hobbyclub, maar een onderwijsvorm met curricula, evaluaties en decretale verplichtingen, aldus vragensteller Vandromme. Zij had daarover meerdere vragen: over de registratie van leerlingen, over verdere studies na het dko, over de exacte inschrijvingscijfers in 2020-2021 en over de omkadering en werkingsmiddelen voor 2021-2022.

Minister Weyts was de zaken aan het bekijken en bleef voorzichtig, gelet op de complexiteit van de situatie. Het dko was overigens ook betrokken bij zijn coronaonderwijsclub. Wat de Vlaamse Reaffectatiecommissie betrof, zou hij wachten op haar jaarlijkse verslag. Hij legde vervolgens heel gedetailleerd, maar herkenbaar van zijn eerdere opstelling, uit hoe de zaken verlopen waren (samen met minister Dalle) door de nieuwe maatregelen voor buitenschoolse activiteiten en de verschillende leeftijdsgroepen. Dat leek mij allemaal heel redelijk. Hij sprak over de mogelijkheid van gewettigde afwezigheid van leerlingen in het dko, waarvoor een specifiek code, “C”, gebruikt werd. Over de Limburgse en lokale kwestie sprak de minister met veel begrip. Ook heel redelijk, met trouwens een terechte vingerwijzing naar de media.

Vragensteller Beckers had ook veel begrip voor het dko, maar veel minder voor de, volgens haar, autoritaire kramp van de Limburgse provinciegouverneur en andere lokale bestuurders die heiliger dan de paus wilden zijn. Ze bedoende wellicht “katholieker”, maar dat terzijde. Ze prees het optreden van minister Weyts. Vragensteller Vandromme had een nóg langere repliek (met de spreektijdbewaking ging het weer ietwat de verkeerde kant uit, en dan was Jean-Jacques De Gucht nog niet eens aanwezig …). Het beeld van minder, maar ook van méér, dko-inschrijvingen bleek divers. Vandromme spitte de diverse reaffectatieproblemen omstandig uit, want daarover had de minister maar heel kort iets gezegd. En ze voegde nog een hele reeks specifieke vragen vanuit het veld zelf toe.

Drie interveniënten. Hannelore Goeman sloot zich vooral aan bij de vraag naar een bevriezing van de lesuren voor cursisten en voor omkadering op het niveau van de telling van 1 februari 2020. Daarnaast drong ze aan op accurate communicatie: indien dko, dan geen andere buitenschoolse activiteit. Kathleen Krekels wilde wachten op de juiste cijfers, ook inzake reaffectaties, en verkoos gerichte maatregelen, indien nodig. Quid met dko-leerlingen die eindexamens deden, of was dat een zaak van de academie? Ten slotte ook nog een niet-regulier lid van deze commissie: Tinne Rombouts sloot zich graag aan bij de eerdere vragen, maar wilde ook vanuit het kindperspectief de zaak bekijken. En daarmee ging ze in feite door op de laatste vraag van Kathleen Krekels over de spanning tussen leerachterstand en een diploma behalen (in dit geval een tussentijds examenresultaat).

De tweede repliek van de minister bevatte alle gekende ingrediënten van deze vergadering (of van een eerdere vergadering, zoals voor die reaffectatiekwestie), incl. de gekende virologenratio en zijn eigen dito onderhandelingspraktijk. Voor de communicatie verwees hij ten slotte naar Schooldirect.

Veel begrip bij beide vragenstellers, maar Vandromme bleef toch vinden dat sommige concrete vragen vanuit het veld zonder antwoord bleven. Het is inderdaad niet altijd zo eenvoudig. Het werd tijd dat die coronacrisis voorbij was en die vele tijdrovende en energieopslorpende vragen daarover verleden tijd zouden worden. Maar we zullen toch nog even geduld moeten hebben, vrees ik…

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio