15 oktober 2020 – Lage aandeel STEM-diploma's in hoger onderwijs

Kristof Slagmulder had de cijfers gelezen die op 30 september door Statistiek Vlaanderen gepubliceerd werden over het aandeel uitgereikte STEM-diploma’s (Science, Technology, Engineering and Mathematics) in het hoger onderwijs. Hij ging er gedetailleerd op in met enkele vaststellingen c.q. interpretaties: over het genderverschil, over onze internationale positie, over verklaringen daarvoor, met ook verwijzing naar de al oude financieringskwestie in de hogescholen, die problematisch is voor STEM-richtingen, maar waarbij een ingreep in het eerdere Programmadecreet bij de begrotingsaanpassing van deze Vlaamse regering al enig soelaas bood. Dan volgde een niet onaardige reeks vragen over alle aangehaalde deelaspecten van de zaak, incl. een verwijzing naar de vraag om uitleg van Loes Vandromme (5 maart 2020) en het nieuwe STEM-actieplan.

Minister Weyts antwoordde even uitvoerig: wat gerealiseerd was in het aflopende STEM-actieplan (met bijkomende, positieve informatie over de STEM-cijfers van vrouwen) en hoe het nieuwe STEM-actieplan zou focussen op wat nog gerealiseerd moest worden. Om de kloof met andere Europese landen te dichten zag hij duaal leren niet als een remedie. Duaal leren zou wel mogelijk gemaakt worden in het hoger onderwijs vanaf 2022-2023. Over het financiële deel van het verhaal van de onderwijsbelastingseenheden (OBE’s) ging de minister akkoord met een advies daarover van de SERV, maar hij herhaalde de ingreep (en geplande groeipad) die hij al gedaan had en voorlopig, zonder extra middelen, zou hij niet méér doen. Op langere termijn kon er wel een meer fundamentele herziening van het financieringsmechanisme van het hoger onderwijs volgen, maar de minister zei terecht dat zulks een vrij complex gegeven was.

Even voorspelbaar reageerde vragensteller Slagmulder met de even bekende zaak van de interne allocatiemechanismen van de hogeronderwijsinstellingen. Een aantal politici (ook hier vragensteller Slagmulder) willen zulke problemen dan klassiek remediëren door overheidsmiddelen te kleuren, soms ook gesteund door adviezen van andere actoren, zoals in dit geval van de Vlaamse Adviesraad voor Innoveren & Ondernemen (VARIO). Hoe zag minister Weyts dat?

Interveniënt Jo Brouns’ ervaring was regionaal dat een technologiecampus zoals de T2-campus in Genk een motor, hefboom en katalysator kon zijn voor het STEM-onderwijs, zowel in het secundair als in het hoger onderwijs. Meer van zulke campussen in Vlaanderen zou misschien een goed idee zijn, aldus Brouns.

Minister Weyts ging op dat laatste niet in en zei nog alleen dat de hogeronderwijsinstellingen zelf er alle baat bij hadden dat die extra middelen besteed werden aan de STEM-opleidingen waarvoor ze uiteindelijk bedoeld waren. Vragensteller Slagmulder ten slotte beklemtoonde opnieuw de voorbeeldfunctie van Duitsland en Oostenrijk, maar zulks zou ook geld kosten.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio