15 oktober 2020 – Onjuiste aangifte van thuistaal bij inschrijvingen in Vlaamse Rand

Jan Laeremans trok opnieuw naar de Vlaamse Rand en had er weet van dat een deel van de allochtone ouders, al dan niet bewust, de zgn. verklaring op eer over hun thuistaal bij inschrijvingen op school verkeerd invulde. Door ten onrechte Nederlands als thuistaal aan te geven krijgen de betrokken scholen minder SES-middelen (socio-economische status; cf. indicator thuistaal) en minder zorg- en begeleidingsuren met alle mogelijke gevolgen van dien. Kreeg minister Weyts ook zulke signalen, had hij een plan om het probleem op te lossen en moesten niet alle ouders over een basiskennis Nederlands beschikken, met de kinderbijslag (Groeipakket) als stok achter de deur?

De administratie van de minister kon geen zicht hebben op het aantal onjuist ingevulde verklaringen op eer over de thuistaal. Zoals vragensteller Laeremans in zijn inleiding ook vermeld had, hadden de scholen (en bijgevolg ook de betrokken kinderen) nadeel van zulke onjuist ingevulde verklaringen. En de ouders hadden er geen voordeel bij. Die fouten, zoals ook wijzigingen in de loop van de tijd, konden rechtgezet worden. Met de wijzigingen vóór de teldatum van 1 februari werd rekening gehouden bij de berekening van de middelen voor de school. De minister bevestigde ook nog eens het belang van de kennis van Nederlands alsook van een positief engagement ten aanzien van de onderwijstaal, zeker in de Vlaamse Rand. Van de stok achter de deur van vragensteller Laeremans wilde de minister echter niet weten. Terecht!

Maar Laeremans wilde de onwil bij een hardleers publiek uit Brussel om Nederlands leren, dat naar de Vlaamse Rand kwam pareren door in heel Vlaanderen, geïnspireerd door de voorrangsregeling in Brussel, een taalattest Nederlands te vragen.

Interveniënt Arnout Coel had vertrouwen in het intakegesprekje op school bij inschrijving als controlemiddel voor de juistheid van de verklaring op eer, eventueel in een online versie. Interveniënt Koen Daniëls had uit eigen ervaring weet van ouders die ten onrechte Nederlands invulden als thuistaal, omdat ze dachten, ook ten onrechte, dat hun kind anders niet ingeschreven zou worden. De juiste uitleg, met handen en voeten, was dan vereist. Daniëls bevestigde nogmaals, voor zover dat nog nodig was, het standpunt inzake taal en inburgering van zijn partij.

Minister Weyts ging daar nog wat op door vanuit de praktijk van oudercontacten en de praktische moeilijkheid waarmee leraren daar soms geconfronteerd worden en haalde nog wat bijkomende argumentatie voor zijn taalpleidooi uit de PISA-resultaten.

Vragensteller Laeremans sloot zich aan bij wat de leden en de minister vóór hem gezegd hadden, maar had geen uitsluitsel gekregen over de (juridische) afdwingbaarheid van het taalengagement. Wellicht omdat het ook moeilijk te operationaliseren valt, lijkt mij.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio