3 februari 2021 –  Leerkrediet en corona

De week voordien was het nog eens terloops aan bod gekomen bij dezelfde vragensteller in de Onderwijscommissie bij een andere coronavraag over studenten, na overigens ook al een voorgeschiedenis vorig academiejaar als een van de coronasteunmaatregelen. En er was ook al de actuele vraag van Jos D’Haese geweest op 13 januari 2021. Nu ging Brecht Warnez expliciet door op het thema. Minister Weyts had het blijkbaar ook aangekondigd in De zevende dag (maar dan doe ik andere dan professionele dingen, sorry): de bedoeling was om de (tijdelijke) leerkredietregeling van vorig academiejaar nu te herhalen. Welke evaluatiepunten zou de minister uit zijn overleg met de studenten, universiteiten en hogescholen meenemen voor de invoering van een nieuw systeem om leerkrediet terug te geven aan studenten die niet slaagden?

De minister gaf klaar en helder de stand van zaken, mét enkele cijfers. En met het akkoord van de VVS zou de regeling inderdaad herhaald worden. Terwijl vragensteller Warnez zijn bijkomende vragen over de evaluatie van de huidige examenperiode toevoegde, besefte hij al op het moment zelf dat het daarvoor nog wat vroeg was.

Zes interveniënten volgden, over wie ik, gelet op de aard van de zaak, kort ga zijn. Na een kleine kwinkslag van parlementsvoorzitter Liesbeth Homans in verband met haar eigen partijvoorzitter betreurde Stijn Bex, zoals Jos D’Haese op 13 januari, dat de herhaling van de leerkredietregeling al niet vóór de examens aan de studenten meegedeeld was. Maar hij had ook nog een vraag: wilde de minister extra initiatieven nemen om de maatregelen te communiceren naar álle studenten? Koen Daniëls betoogde vanuit een praktijkervaring dat het voorwerp van de treurnis van Stijn Bex toch een genuanceerd verhaal was. Bij Daniëls’ vraag aan de minister bedacht ik me “waarom het makkelijk zeggen als het (heel) moeilijk ook kan”, want dat ging alzo: “Ik heb nog één vraag, minister, en dat was ook een oproep van de studenten, om de instellingen hoger onderwijs te vragen om niet de om ter strafste coronamaatregel te nemen om het vermijden van les of samenkomen verder te zetten.” Hannelore Goeman sloot zich vervolgens niet onverwacht aan bij Stijn Bex en stelde geen bijkomende vraag. Maar beiden waren toch ook blij. Jean-Jacques De Gucht dan: hij was weer zijn eigenste zelve door eerst de voortijdige evaluatievraag van vragensteller Warnez óók te stellen en zich gelijk hetzelfde te realiseren als Warnez en hij vroeg dan maar welke de bijkomende initiatieven waren die genomen zouden worden ter ondersteuning van studenten bij de studievoortgang in deze moeilijke periode? Jos D’Haese verweet niet onverwacht de minister cynisme en had nog twee vragen: hoe gingen “we” (N.B. Ja, hij gebruikte de ietwat politioneel aandoende eerste persoon meervoud) die regeling nog beter bekendmaken, gelet op het relatief kleine aantal studenten dat er de eerste keer een beroep op gedaan had? En ten tweede, welke criteria zou de minister hanteren? Kristof Slagmulder ten slotte wilde eerst de examenresultaten afwachten.

Minister Weyts was blij dat zovelen zo blij waren en zette de herhaling in. Inzake examenresultaten wees hij voor de eerstejaarsstudenten op een belangrijk verschil met de eerste coronacrisis. Hij herhaalde zijn eerdere frustratie over media-aandacht (lees: het gebrek eraan) voor corona-aangelegenheden in het hoger onderwijs en zette, ongetwijfeld ten behoeve van de kijkende journalisten, nog eens de diverse hogeronderwijsmaatregelen, incl. financiële middelen, op een rij. Eerlijk gezegd, ik begreep de man. Vragensteller Warnez ten slotte was ook blij en zeker ook met de kamerbrede consensus.

Lees de bespreking van de “Actuele vraag over het leerkrediet van Brecht Warnez” aan minister Ben Weyts.

Reageren kan bij Wilfried Van Rompaey: wilfried.vanrompaey@katholiekonderwijs.vlaanderen

Verwante artikels

OVER DEZE BLOG

Deze blog is niet bedoeld als formeel standpunt van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, evenmin als een puur verslag, maar wel als een niet-neutraal, persoonlijk commentaar op vooral ook politieke aspecten van de parlementaire onderwijsactiviteiten, zowel in de Commissie Onderwijs en de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement als uitzonderlijk ook in een andere vakcommissie die occasioneel relevant kan zijn voor het beleidsdomein Onderwijs.

×
Kijkt als...
Niveau
Regio