Leerplandoel 8

De leerlingen onderscheiden kenmerken van interculturele contacten tussen westerse en niet-westerse samenlevingen in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd.

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

In het geschiedenisonderwijs in Vlaanderen wordt nog al te vaak een eurocentrisch perspectief gehanteerd. Het eurocentrisch denken stelt voorop dat de belangrijkste ontwikkelingen in de wereldgeschiedenis te vinden zijn in de evolutie van de Europese en Westerse wereld, en gebruikt het Westen als maatstaf om andere beschavingen te beoordelen. De eurocentrische blik is het resultaat van de polariserende wig die vanaf het begin van de Europese koloniale expansie werd gedreven tussen "the West and the Rest". Een eurocentrisch denkkader is uiterst problematisch. Het belemmert een genuanceerde historiografische blik om vanuit verschillende perspectieven historisch te denken. Daarnaast dreigt ook de onwetendheid over andere culturen de vorming van een superioriteitsgevoel over de eigen geschiedenis te bevorderen.

Een eurocentrische blik vernauwt, slaagt er niet in de geschiedenis in al haar verscheidenheid tot haar recht te doen komen, waardoor historisch en kritisch denken wordt belemmerd. Bovendien heeft het een grote impact op de identiteit van de leerlingen. Als we uitgaan van de stelling dat geschiedenis als vak burgerschaps- en identiteitsvormend is, is het bijzonder problematisch dat het gepresenteerde discours bijna automatisch lijkt uit te gaan van een westerse superioriteit. Dat is altijd een valkuil, omdat het sterk leidt tot wij-zij denken, maar is nog nefaster voor de dynamiek in superdiverse klassen. Anderzijds mag niet vervallen worden in culpabilisering (van de westerse) of victimisering (van de niet-westerse) geschiedenis. Multiperspectiviteit is daarom het streefdoel, zowel op inhoudelijk als op didactisch vlak.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Het bestuderen van de aard van interculturele dynamieken is nieuw in vergelijking met de eerste graad: hoe beïnvloeden samenlevingen elkaar, hoe percipiëren ze elkaar, hoe verlopen de contacten …? Volgende kenmerken kunnen aan bod komen:

  • gelijke of ongelijke machtsverhouding
  • vreedzaam of gewelddadig contact
  • wederkerigheid of uitbuiting in contact
  • cultuurvermenging of dominantie
  • wederzijdse perceptie
  • wederzijdse impact

Aandachtspunten

sla link op in klembord

Kopieer

  • Leerlingen moeten de kenmerken inzichtelijk kunnen verwoorden, ze moeten ze niet letterlijk kunnen benoemen.
  • Het is belangrijk om hier verschillende perspectieven van actoren in westerse en niet-westerse samenlevingen in acht te nemen. Ook het begrip “eurocentrisme” kan hier aan bod komen.
  • Het gaat hier niet om de vergelijking van de samenlevingen zelf, maar om de interculturele contacten.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

1. Bij dit leerplandoel is het interessant om te werken met bronnenmateriaal dat de standpunten van de verschillende partijen weergeeft.
Het is niet altijd evident om voor elke samenleving voldoende bronnenmateriaal te vinden. Logischerwijs zijn hier dus linken met volgende leerplandoelen 17182220 - 29

In het 3de jaar is bijvoorbeeld de leerinhoud over de kruistochten geschikt voor de realisatie van dit leerplandoel.
Bronmateriaal ontleend aan www.histoforum.net

Opdracht:

sla link op in klembord

Kopieer

Uit de bronnen I en II kun je opmaken dat in de tijd van de Kruistochten christenen en moslims een heel verschillend beeld van elkaar hadden.

  • Welk beeld hebben de christenen van zichzelf? En welk beeld hebben ze van de moslims?
  • Welk beeld hebben de moslims van zichzelf? En welk beeld hebben ze van de christenen?
  • Kun je op basis van deze bronnen afleiden hoe de machtsverhoudingen waren tussen beide bevolkingsgroepen?
  • Kun je op basis van deze bronnen afleiden of er sprake is van cultuurvermenging?​

In het vierde jaar is bijvoorbeeld de leerinhoud over de contacten tussen de Spanjaarden en de inheemse bevolking van de Nieuwe Wereld geschikt.

Bronmateriaal ontleend aan www.histoforum.net

Opdracht:

  • Toon aan dat Sepulveda en De las Casas grondig van mening verschilden over de Indianen. Toon dit aan met een zin uit elke bron.
  • Sepulveda was een geleerde, De las Casas was een priester. Geef vanuit dit gegeven een verklaring voor hun opvattingen over de Indianen.
  • Door beide visies samen te beschouwen, krijgen we een beeld over de interculturele contacten tussen de Spanjaarden en de Indianen. Schrap de termen die niet van toepassing zijn op deze contacten:
    • Gelijke / ongelijke machtsverhouding
    • Vreedzaam / gewelddadig contact
    • Cultuurvermenging / dominantie
  • Laat de leerlingen eventueel hun keuze uitleggen.

Over deze databank

In deze databank ondersteunen we je vanuit de pedagogische begeleiding tot op de klasvloer. Je vindt hier didactische tips, praktijkvoorbeelden, leerinhoud ...

×
Kijkt als...
Niveau
Regio