De leerlingen onderscheiden kenmerken van interculturele contacten tussen westerse en niet-westerse samenlevingen in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd.
In het geschiedenisonderwijs in Vlaanderen wordt nog al te vaak een eurocentrisch perspectief gehanteerd. Het eurocentrisch denken stelt voorop dat de belangrijkste ontwikkelingen in de wereldgeschiedenis te vinden zijn in de evolutie van de Europese en Westerse wereld, en gebruikt het Westen als maatstaf om andere beschavingen te beoordelen. De eurocentrische blik is het resultaat van de polariserende wig die vanaf het begin van de Europese koloniale expansie werd gedreven tussen "the West and the Rest". Een eurocentrisch denkkader is uiterst problematisch. Het belemmert een genuanceerde historiografische blik om vanuit verschillende perspectieven historisch te denken. Daarnaast dreigt ook de onwetendheid over andere culturen de vorming van een superioriteitsgevoel over de eigen geschiedenis te bevorderen.
Een eurocentrische blik vernauwt, slaagt er niet in de geschiedenis in al haar verscheidenheid tot haar recht te doen komen, waardoor historisch en kritisch denken wordt belemmerd. Bovendien heeft het een grote impact op de identiteit van de leerlingen. Als we uitgaan van de stelling dat geschiedenis als vak burgerschaps- en identiteitsvormend is, is het bijzonder problematisch dat het gepresenteerde discours bijna automatisch lijkt uit te gaan van een westerse superioriteit. Dat is altijd een valkuil, omdat het sterk leidt tot wij-zij denken, maar is nog nefaster voor de dynamiek in superdiverse klassen. Anderzijds mag niet vervallen worden in culpabilisering (van de westerse) of victimisering (van de niet-westerse) geschiedenis. Multiperspectiviteit is daarom het streefdoel, zowel op inhoudelijk als op didactisch vlak.
Het bestuderen van de aard van interculturele dynamieken is nieuw in vergelijking met de eerste graad: hoe beïnvloeden samenlevingen elkaar, hoe percipiëren ze elkaar, hoe verlopen de contacten …? Volgende kenmerken kunnen aan bod komen:
1. Bij dit leerplandoel is het interessant om te werken met bronnenmateriaal dat de standpunten van de verschillende partijen weergeeft.
Het is niet altijd evident om voor elke samenleving voldoende bronnenmateriaal te vinden. Logischerwijs zijn hier dus linken met volgende leerplandoelen 17 - 18 - 22 - 20 - 29
In het 3de jaar is bijvoorbeeld de leerinhoud over de kruistochten geschikt voor de realisatie van dit leerplandoel.
Bronmateriaal ontleend aan www.histoforum.net
Uit de bronnen I en II kun je opmaken dat in de tijd van de Kruistochten christenen en moslims een heel verschillend beeld van elkaar hadden.
In het vierde jaar is bijvoorbeeld de leerinhoud over de contacten tussen de Spanjaarden en de inheemse bevolking van de Nieuwe Wereld geschikt.
Bronmateriaal ontleend aan www.histoforum.net
Opdracht: