Leerplandoel 3

De leerlingen onderscheiden de drie dimensies van het historisch referentiekader en bijhorende structuurbegrippen.

Waarom?

sla link op in klembord

Kopieer

Historische informatie is eindeloos en veelvormig. Een referentiekader biedt een ordeningsinstrument om greep te krijgen op die informatie. Bovendien helpt een historisch referentiekader de leerlingen om te contextualiseren, een belangrijk aspect van historisch denken.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

Leerlingen kennen de dimensies tijd, ruimte en maatschappelijke domeinen en de bijhorende begrippen.

  • tijd: millennium, eeuw, jaar, tijdrekening, chronologie, periode, continuïteit, verandering, evolutie, revolutie, duur;
  • ruimte: lokaal, regionaal, globaal, open en gesloten ruimte, stedelijke en rurale ruimte, continentaal en maritiem;
  • maatschappelijke domeinen: politiek, sociaal, cultureel, economisch.

Aandachtspunten?

sla link op in klembord

Kopieer

  • Je kunt discussiëren over de keuze voor deze vier maatschappelijke domeinen. Het leerplan maakt een keuze omdat je van een gedeeld kader moet vertrekken. Mochten je leerlingen het aankunnen, kun je met hen kritisch nadenken over deze indeling en mogelijke alternatieven. Het culturele omvat bijvoorbeeld religieuze en levensbeschouwelijke, kunstgerelateerde, filosofische, wetenschappelijke en andere aspecten; het sociale en economische vertonen erg veel overlap ...;
  • De structuur van het historisch referentiekader hoeft niet meteen volledig opgebouwd te worden, dat kan stapsgewijs. Je kunt een onderscheid maken tussen basiskennis en begrippen die later in de graad aangebracht kunnen worden. Daarover maakt de vakgroep best afspraken.
  • Het historisch referentiekader koppel je best zo snel mogelijk aan concrete historische inhouden. Het is geen doel op zich maar dient om historische inhouden te ordenen en te structureren.
  • Idealiter komen de dimensies en de structuurbegrippen van het referentiekader regelmatig terug en blijven ze dus niet beperkt tot de inleidingslessen.
  • Belangrijk is de zichtbaarheid van de dimensies en structuurbegrippen van het historisch referentiekader voor leerlingen: ze kunnen een plaats krijgen in een vademecum, in de cursus duidelijk benoemd worden, visueel beklemtoond worden (bijvorbeeld met logo’s) of een plaats krijgen in het (vak)lokaal.
  • Het leerplan vraagt dat leerlingen begrippen in verband met chronologie kennen maar niet dat leerlingen kunnen ‘rekenen’ met eeuwen en jaartallen. Dergelijke oefeningen hebben weinig meerwaarde voor het historisch denken van leerlingen.

Hoe?

sla link op in klembord

Kopieer

Logo

sla link op in klembord

Kopieer

Je kunt elke dimensie verbinden met een symbool en zo een ‘logo’ creëren. Die kun je dan consequent gebruiken doorheen de cursus. Waarom niet vragen aan de leerlingen om zelf logo’s te creëren en dan hen te laten kiezen welke logo’s gebruikt zullen worden?

Begrippen

sla link op in klembord

Kopieer

Je kunt in de vakgroep bekijken welke begrippen waar aangebracht kunnen worden. Wat is basiskennis, welke begrippen worden doorheen de twee leerjaren aangebracht? De tabel hieronder kan helpen om de oefening te maken.


Begrip

Basiskennis?
Mogelijke inschatting

Bij welke inhoud aangebracht?
Mogelijke voorbeelden
   

Tijd

Ja

 
   

Ruimte

Ja

 
   

maatschappelijke domeinen: politiek, economisch, sociaal, cultureel

Ja

 
   

Millennium

 

Bij de situering van de samenlevingen uit het Oude Nabije Oosten
   

Eeuw

 

Bij de situering van de Griekse en Romeinse samenlevingen
   

Jaar

Ja

 
   

Tijdrekening

Ja

 
   

Chronologie

Ja

 
   

Periode

Ja

 
   

Continuïteit

 

Spartaanse politiek versus Atheense politiek
   

Verandering

 
   

Revolutie

 

overgang gesloten naar open landbouwsamenleving bij Grieken
   

Evolutie

 
   

duur

 

De duur van de drie staatsvormen die Rome gekend heeft
   

Lokaal

 

Onderwerpen in verband met handel, de omvang van het Chinese keizerrijk
   

Regionaal

 
   

globaal

 
   

open ruimte

 

van gesloten naar open landbouwsamenleving bij de Grieken
   

gesloten ruimte

 
   

stedelijke ruimte

 

Rome als handelscentrum vs platteland landbouw
   

rurale ruimte

 
   

continentaal

 

De continentale handel in West-Europa versus de maritieme handel in delen van Zuidoost-Azië, de Delisch-Attische Zeebond vs Peloponnesische bond
   

maritiem

 
   

 

Een vademecum kan helpen om het referentiekader echt als een hulpinstrument in te zetten.

De dimensies en structuurbegrippen kunnen een plaats krijgen in het vaklokaal. Je hangt dan de dimensies op aan de muur en kan er leerstof of actualiteit letterlijk aan ophangen.

Chronologie

sla link op in klembord

Kopieer

Je kunt leerlingen het belang van chronologie laten aanvoelen met een activerende werkvorm.

  • Voorbeeld: Een Egyptisch mysterie (gepubliceerd in de Nederlandse reeks Actief Historisch Denken). Leerlingen moeten enkele kaartjes in de juiste volgorde leggen om te achterhalen wie gestolen heeft uit het koningsgraf.
  • Je kunt een verhaal of tijdlijn ‘opknippen’, de strookjes in een enveloppe steken en de leerlingen het geheel laten reconstrueren. Met een extra werkblad kun je het leerproces van de leerlingen zichtbaar maken. Met de laatste kolom ‘verschil’ kun je leerlingen punten laten berekenen: wie het minste verschilpunten heeft, is gewonnen.


Gebeurtenis

Volgorde volgens mij

Juist antwoord

Verschil

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
       
       
       

 

Over deze databank

In deze databank ondersteunen we je vanuit de pedagogische begeleiding tot op de klasvloer. Je vindt hier didactische tips, praktijkvoorbeelden, leerinhoud ...

×
Kijkt als...
Niveau
Regio