Als werkgever ben je verantwoordelijk voor de bescherming van je werknemers tegen stoffen en agentia die risico’s inhouden voor de gezondheid en de veiligheid. Als uit de risicoanalyse blijkt dat dergelijke stoffen aanwezig zijn, neem je de nodige preventiemaatregelen.

Wat?

sla link op in klembord

Kopieer

De definitie ‘stoffen en agentia met gevaarlijke eigenschappen’ is vrij ruim en gaat over chemische agentia, kankerverwekkende stoffen, mutagene en reprotoxische stoffen, biologische agentia en asbest.

Chemische agentia

sla link op in klembord

Kopieer

De noemer ‘chemische agentia’ verwijst naar alle mogelijke chemische elementen of verbindingen die in een werkomgeving voorkomen, gebruikt of geproduceerd worden of vrijkomen. Als schoolbestuur-werkgever denk je dan waarschijnlijk in eerste instantie aan de labo’s en wetenschapsklassen, maar vergeet niet dat deze stoffen ook regelmatig in werkplaatsen en ateliers voorkomen. Zelfs in het basisonderwijs gebeurt het dat bepaalde mogelijk gevaarlijke chemische agentia aanwezig zijn. Een aantal van die stoffen zijn relatief onschadelijk en vormen dus geen probleem. Andere stoffen zijn mogelijk wel gevaarlijk voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers en leerlingen. Zij kunnen bijvoorbeeld mutaties in het DNA veroorzaken of zijn kankerverwekkend.

De overheid stelt dat je een chemisch agens als gevaarlijk moet beschouwen als het:

  • aan de criteria voldoet om te worden ingedeeld als gevaarlijk in enige fysische gevarenklasse en/of gezondheidsgevarenklasse;
  • een risico voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers kan opleveren.

De wetgevende basis vind je in de Codex over het welzijn op het werk.

Risicobeoordeling

sla link op in klembord

Kopieer

Bij de risicobeoordeling van chemische agentia hou je als werkgever rekening met onder andere:

  • hun gevaarlijke eigenschappen;
  • de informatie betreffende veiligheid en gezondheid die je bij de leverancier moet inwinnen;
  • het niveau, de aard en de duur van de blootstelling via het ademhalingsstelsel, de huid en andere blootstellingswijzen;
  • de omstandigheden tijdens werkzaamheden waarbij chemische agentia betrokken zijn;
  • de eventuele grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling of biologische grenswaarden.

Documenten die je kunnen helpen bij de risicobeoordeling zijn de voorbeeld inventarisatie-voorraadlijst gevaarlijke stoffen of het voorbeeld gevaarlijke stoffenregister. Voor de invulling van het register maak je gebruik van H-zinnen en P-zinnen:

  • H-zinnen beschrijven de aard en de ernst van de gevaren (bijvoorbeeld zeer giftig, schadelijk …) en de omstandigheden waarin gevaren kunnen voorkomen (huidcontact, inademing …). De H-zinnen duiden de gevaren aan.
  • P-zinnen geven veiligheidsaanbevelingen en duiden de voorzorgsmaatregelen aan: bijvoorbeeld hoe een product gebruiken en hoe het risico beperken? Bijvoorbeeld door het dragen van veiligheidsbril of handschoenen.

Op school

sla link op in klembord

Kopieer

De verantwoordelijkheid voor het veilig en milieubewust omgaan met chemicaliën op school, ligt in de eerste plaats bij het schoolbestuur. De schoolorganisatie ontwikkelt dus verplicht een preventiebeleid. Leerlingen, leraren en directie moeten gemotiveerd zijn om dit beleid toe te passen.

Hierbij is het belangrijk dat het beleid tot op leerlingenniveau wordt uitgewerkt. Tijdens de lessen moet er dan ook aandacht zijn voor dit beleid. Zo moeten leraren die gebruik maken van chemicaliën tijdens hun lessen een risicoanalyse maken voor proeven met mogelijke risico’s. Zelfs leerlingen moeten een vorm van risicoanalyse maken bij bepaalde proeven. In voorbereiding van hun latere beroepsleven is het belangrijk dat zij de attitude ‘veiligheid en preventie’ verwerven.

Speciaal voor onderwijs geeft de Koninklijke Vlaamse Chemische Vereniging of de KVCB de brochure ‘Chemicaliën op schooluit. Leraren en leerlingen kunnen voor meer informatie ook terecht op de site gevaarlijke stoffen. Voor de aanduiding van de gevaren kun je gebruik maken van pictogrammen. De overheid heeft tot slot ook een handige site over gevaarsymbolen.

Europese verordeningen

sla link op in klembord

Kopieer

REACH

sla link op in klembord

Kopieer

REACH staat voor Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals. De REACH-verordening biedt een alomvattend wetgevingskader voor de productie en het gebruik van chemische stoffen in Europa. REACH heeft ook als doel om ervoor te zorgen dat risicovolle stoffen vervangen worden door minder gevaarlijke stoffen, of door gebruik te maken van andere technieken.

Veiligheidsinformatieblad

sla link op in klembord

Kopieer

Eén van de gevolgen van de REACH-verordening, is de verplichting voor fabrikanten van chemische stoffen om de preventie- en beschermingsmaatregelen op te nemen in een chemisch veiligheidsrapport en een veiligheidsinformatieblad of SDS-fiche (Safety Data Sheet). Afhankelijk van de aard van de stof of het mengsel moet de leverancier spontaan of op verzoek van de afnemer het veiligheidsinformatieblad aan de afnemer bezorgen. Merk op dat de inhoud van de SDS-fiche wettelijk bepaald is en in alle landen identiek is. Je kunt je er een beeld van vormen in de SDS-fiche van het product Ethanol van het bedrijf Roth.

Op school moet voor alle mogelijke gevaarlijke chemische stoffen een SDS-fiche aanwezig zijn. Je kunt deze best bewaren op de plaats waar de stoffen worden gebruikt én in het EHBO-lokaal voor het geval dat er zich een incident zou voordoen.

Vraag dus bij bestelling altijd naar de SDS-fiche. En vergeet niet dat alle ‘poetsproducten’ en ‘vaatwasproducten’ ook SDS-fiches hebben. Interessant is de VIB- of SDS-check waarmee je kunt checken of de SDS-fiche in orde is. Als ze niet in orde is, vraag dan om een nieuwe.

CLP

sla link op in klembord

Kopieer

CLP staat voor Classifying, Labelling and Packaging. De CLP-verordening is van kracht sinds 20 januari 2009 en verplicht de industrie om chemische stoffen en mengsels in te delen, te etiketteren en te verpakken volgens deze nieuwe regels.

Meer informatie over de verordening en de gevolgen ervan, vind je op de site van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk, in een brochure van FOD WASO, en een brochure van het European Chemicals Agency.

Kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische stoffen

sla link op in klembord

Kopieer

Als werkgever ben je niet alleen verantwoordelijk voor de bescherming van je werknemers tegen mogelijk gevaarlijke chemische agentia, maar ook tegen andere schadelijke stoffen, zoals:

  • kankerverwekkende stoffen;
  • mutagene stoffen of stoffen die mogelijk mutaties in het DNA veroorzaken;
  • reprotoxische stoffen of stoffen die kunnen leiden tot een verminderde vruchtbaarheid of afwijkingen in de ontwikkeling van de foetus of het embryo.

Voor het omgaan met die producten legt de Codex over het welzijn op het werk naast de voorschriften die gelden voor chemische agentia, bijkomend specifieke en strengere voorschriften op.

    Hoe weet je op welke producten die strengere voorschriften van toepassing zijn en welke preventiemaatregelen kun je nemen? Al die informatie vind je op de website van FOD WASO.

    Biologische agentia

    sla link op in klembord

    Kopieer

    FOD WASO omschrijft op zijn site biologische agentia als ‘micro-organismen met inbegrip van genetisch gemodificeerde, celculturen en menselijke endoparasieten die een infectie, allergie of intoxicatie kunnen veroorzaken’. In ‘mensentaal’ spreken we over bacteriën, virussen, parasieten en schimmels. Bij bacteriën denken we bijvoorbeeld aan legionella, bij virussen aan hepatitis C of tekenencefalitis.

    Het spreekt voor zich dat je als werkgever, bij risico op aanwezigheid van biologische agentia, de nodige voorzorgsmaatregelen moet nemen om je werknemers hiertegen te beschermen.

    Een 'normale' infectieziekte, zoals bijvoorbeeld een verkoudheid of griep door contact met een besmettelijke collega valt niet onder de categorie ‘Biologische agentia’.

    Arbeidsongeval met biologische agens

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Elk ongeval of incident met een biologische agens van groep 3 of 4 moet de werkgever onmiddellijk aangeven aan de dienst Toezicht Welzijn op het Werk.

    Legionella

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Een typisch voorbeeld van een schadelijke biologische agens is de legionellabacterie. Bij temperaturen tussen 25°C en 55°C kan deze groeien in water. Als dat water vernevelt en mensen het inademen, kunnen zij de veteranenziekte of een mogelijk levensbedreigende longontsteking krijgen.

    Om de risico’s op besmetting te voorkomen, moet je als werkgever de nodige voorzorgen nemen. Scholen worden beschouwd als ‘matig-risico-inrichtingen’ en zijn bijgevolg verplicht om een aantal maatregelen te nemen.

    Meer informatie vind je op de website van het Agentschap Zorg en Gezondheid.

    Om je te helpen bij het opstellen van je beheersplan hebben we voor jou enkele voorbeelddocumenten samengebracht:

    Asbest

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Je moet zorgvuldig omgaan met asbest. Het kan, door zijn chemische samenstelling en de fysische kenmerken, een ernstig gevaar vormen voor de gezondheid.

    Asbestinventaris

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Je stelt een inventaris op van alle asbest en asbesthoudend materiaal dat zich in het bedrijf bevindt. Titel 3 van boek VI van de codex beschrijft wat er in de asbestinventaris wordt opgenomen, hoe de inventaris wordt opgebouwd, bijgewerkt en gebruikt. De inventaris gaat over al het asbest en al het asbesthoudend materiaal in alle delen van de gebouwen, arbeidsmiddelen en beschermingsmiddelen. De arbeidsarts kijkt de asbestinventaris na en ondertekent ze. Zonder deze inventaris mogen er geen werken gestart worden.

    De overheid streeft er naar om tegen 2040 volledig asbestvrij te zijn. Een asbestvrije school zou in dat geval beschikken over een blanco asbestinventaris of een ondertekende verklaring dat de school asbestvrij is.

    Beheersprogramma

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Als uit de inventaris blijkt dat er inderdaad asbesthoudend materiaal aanwezig is, moet je als werkgever een beheersprogramma opstellen. Uit dat beheersprogramma moet duidelijk blijken:

    • wat er met het asbesthoudend materiaal gaat gebeuren;
    • hoe de blootstelling van de werknemers zo laag mogelijk gaat gehouden worden.

    Verdere informatie vind je op de site van FOD WASO. Ook vind je er een aantal veelgestelde vragen en antwoorden in verband met asbest.

    Financiering asbestinventaris en asbestverwijdering

    sla link op in klembord

    Kopieer

    Vlaamse scholen kunnen hun asbestinventaris laten financieren door OVAM. Via het protocol asbestverwijdering biedt de OVAM in samenwerking met AGION vergaande financiële ondersteuning.

      ×
      Kijkt als...
      Niveau
      Regio